Het contactblad voor de Maaseikenaar
DE SPELLING VAN HET "MEZEIKERS"
Tony Van Wijck
Dalende tweeklanken
met ë-naslag:
In het Maaseikers worden heel wat lange klinkers uitgesproken als een tweeklank met ë-naslag, daar waar in de standaardtaal van deze diftongering geen spoor te vinden is. Zoals eerder aangeduid gebruiken we de ë om deze naslag te noteren.
Vb. "tieën" (Ned. tien)
"gehuuër" (Ned. gehoor)
N.B.
* In afwijking van het Nederlands gebruikt men nooit een i (aai, ooi, enz.), maar altijd een j. Het gebruik van een i aan het einde brengt vaak misverstanden met zich mee, doordat er dan onduidelijke lettercombinaties ontstaan, zoals iei, eei en oei.
* Bij de ei en de ui voegt men geen j meer toe.
* De lange tweeklank bij een open lettergreep wordt hier steeds met een dubbel teken geschreven. Men vergelijke het Nederlandse woord mooie met het Maaseiker gooje (goede).
Vb. "eine gooje fits" (Ned. een goede fiets)
* Bij meerlettergrepige woorden met een korte klank wordt de j of w verdubbeld.
Vb. "tèjje" (Ned. taaie)
"awwe" (Ned. oude)
*Bij de i-j is het verbindingsteken noodzakelijk vanwege de dreigende verwarring met de ij.
Stijgende tweeklanken
Stijgende tweeklanken komen in ons dialect niet voor..
De volgende medeklinkers en medekiinkercombinaties worden bij het schrijven van het Maaseikers gehanteerd als in het Nederlands:
b - ch - d - dj - f - g - h - j - k - l - Ij - m - n - nj - ng - nk -p - r - s - sj - sch - t - v - w- z
Nieuw voor het Maaseikers zijn:
gk - overeenkomende met de g in het Frans guerre, gueule
zj - overeenkomende met de g in het Frans gentil
Vb . "mögke" (Ned. muggen)
"zjënderm" (Ned. gendarm)
dubbele medeklinker
Na een korte klinker wordt de volgende medeklinker, telkens dat in het Nederlands het geval is, verdubbeld.
Vb. "móppe" (Ned. moppen)
Dus niet wanneer een medeklinker door een combinatie van letters wordt aangeduid.
Vb. "lache" (Ned. lachen)
"hange" Ned. hangen)
"lègke" (Ned. Leggen)
Evenmin als de volgende lettergreep beklemtoond is.
Vb. "këpel" (Ned. kapel)
de g en de ch aan het woordeinde
Aan het woordeinde hoort men altijd de stemloze ch, maar wanneer de verlengde vorm van het woord een stemhebbende oplevert, schrijft men een g.
Vb. "nach" (Ned. nacht)
"vleeg" (Ned. vlieg)
de k en de gk
Bij het schrijven van het Maaseikers maakt men gebruik van twee tekens om de stemloze en de stemhebbende k van elkaar te onderscheiden: de k en de gk. De stemhebbende gk komt nooit aan het woordeinde voor, maar wordt wel geschreven wanneer een verlengde vorm een stemhebbende uitspraak oplevert.
Men vergelijke:
"pak - pakke" (Ned. pak - pakken)
"brögk - brögke" (Ned. brug - bruggen)
de c en de k
Men richt zich naar het Nederlands.
Vb. "citrówn" (Ned. citroen),
"carneval" (Ned. carnaval)
"cel" (Ned. cel)
"vekansie" (Ned.vakantie).
de h
De h wordt zelden uitgesproken in het Maaseikers. Toch schrijven we ze om het schriftbeeld niet al te zeer te vervreemden.
de eind-n
De eind-n wordt in het Maaseikers niet uitgesproken, behalve als het volgend woord met een klinker of met een d, t of h begint. We schrijven de n alleen als we ze horen.
Vb. "N' n angeren houtere stool" (Ned. een andere houten stoel)
Assimilatie
Onder assimilatie verstaat men dat een klank verandert, bijvoorbeeld van stemloos tot stemhebbend wordt, onder invloed van een er vlak bij staande andere klank. Dit verschijnsel komt zeer veel voor in de gesproken taal, maar wordt niet in de spelling tot uitdrukking gebracht.
Vb.
aafdoon, ofschoon de f als v wordt uitgesproken
ówtzeen, ofschoon de z als s wordt uitgesproken.
We geven in het Maaseikers de assimilatie wel aan in volgende gevallen:
1. wanneer de onbeklemtoonde persoonlijke voornaamwoorden van de tweede persoon enkelvoud gehecht worden aan de persoonsvorm.
Vb . "geiste" Ned. ga je
"wètste" Ned. weet je
2. wanneer de onbeklemtoonde persoonlijke voornaamwoorden van de tweede persoon enkelvoud gehecht worden aan een voegwoord of een ander verbindend woord. Meestal vindt dit plaats aan het begin van een bijzin.
Vb. "deste" Ned. dat je
"este" Ned. als je
3. In min of meer versteende situaties, waarin de woorden aan elkaar zijn geplakt.
Vb. “obins” Ned. opeens
"estebleef” Ned. asjeblieft
Achtervoegsels
Voor de achtervoegsels gelden de volgende schrijfwijzen:
Ned. -lijk = Msk -lek
Vb. "gemekkelek" (Ned. gemakkelijk)
Ned. -ig = Msk. -ig
Vb. "dreuvig" (Ned. droevig)
Ned. -isch = Msk. -isch (vanwege de herkenbaarheid)
Vb. "praktisch" (Ned. praktisch)